X is het niet eens met de aan hem opgelegde aanslag leges van € 110 voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een RVV-ontheffing (een vergunning voor laden en lossen). In hoger beroep verzoekt X om kwijtschelding van het te betalen griffierecht wegens betalingsonmacht. Tijdens een zitting houdt Hof Amsterdam X voor dat het verzoek om kwijtschelding zal worden afgewezen, en dat hij alsnog in de gelegenheid gesteld zal worden om het griffierecht te voldoen. X merkt daarbij op dat hij het griffierecht niet zal betalen.
Hof Amsterdam oordeelt dat X niet aannemelijk maakt dat hij niet in staat is om het griffierecht te betalen. Uit de beschikbare informatie leidt het hof namelijk af dat X op het moment dat het griffierecht moest worden voldaan, over voldoende vermogen beschikte. X heeft dit vermoeden niet weggenomen. Gezien de beschikbare stukken is een blote ontkenning van X dat hij over enig vermogen beschikt, onvoldoende. Het hof verklaart het hoger beroep van X niet-ontvankelijk, omdat hij het griffierecht niet heeft voldaan.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:41