Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat het hoger beroep van X BV niet-ontvankelijk is omdat de gemachtigde geen recente machtiging heeft overgelegd. Het hof benadrukt dat een recente machtiging noodzakelijk is om de vertegenwoordigingsbevoegdheid vast te stellen.

X BV ontvangt een bericht van de inspecteur over de renteberekening bij een teruggaaf BPM en maakt bezwaar. De inspecteur verklaart het bezwaar ongegrond, waarna X BV beroep instelt bij de rechtbank. De rechtbank verklaart het beroep gegrond. De gemachtigde stelt namens X BV hoger beroep in bij het hof. De griffier verzoekt de gemachtigde om een recente machtiging over te leggen, maar de gemachtigde dient een machtiging uit 2019 in en vult de gronden van het hoger beroep aan zonder een recente machtiging. Tijdens de zitting bevestigt de gemachtigde dat hij geen recente machtiging heeft overgelegd. Het hof constateert dat in andere zaken twijfels zijn gerezen over de vertegenwoordigingsbevoegdheid van de gemachtigde, wat de noodzaak van een recente machtiging rechtvaardigt.

Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat de gemachtigde niet gemachtigd is om namens X BV hoger beroep in te stellen omdat hij geen recente machtiging heeft overgelegd. Het hof benadrukt dat een recente machtiging noodzakelijk is om de vertegenwoordigingsbevoegdheid vast te stellen, vooral gezien de twijfels die in andere zaken zijn gerezen over de vertegenwoordigingsbevoegdheid van de gemachtigde. Het hof verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk en komt niet toe aan de overige door de gemachtigde aangevoerde punten.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:24

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht, Belastingheffing van motorrijtuigen

Editie: 4 maart

Informatiesoort: VN Vandaag

27

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen