Tijdens een boekenonderzoek wordt geconstateerd dat enkele werknemers van X bv de ter beschikking gestelde bedrijfsauto’s meer dan 500 kilometer voor privédoeleinden hebben gebruikt. Voor die werknemers zijn de loonheffingen over het privégebruik auto niet op de juiste manier aangegeven en afgedragen. Vervolgens ontstaat een correspondentie tussen de inspecteur en de adviseur van X bv. Dit resulteert uiteindelijk in een VSO waarbij X bv afstand doet van haar rechtsmiddelen. X bv komt toch in bezwaar en beroep op tegen de opgelegde naheffingsaanslagen en stelt dat geen rechtsgeldige VSO tot stand is gekomen.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat tussen X bv en de inspecteur rechtsgeldig een VSO tot stand is gekomen waarin X bv afstand heeft gedaan van haar recht op bezwaar en beroep. Het hoger beroep van X bv wordt dan ook ongegrond verklaard. Het hof wijst erop dat X bv uitdrukkelijk afstand heeft gedaan van het recht om tegen de beschikkingen op te komen met een bezwaar- en beroepschrift. Daarbij stelt het hof vast dat uit de feiten volgt dat X bv en de inspecteur een VSO wilden opstellen om de onzekerheid te beëindigen die tussen hen bestaat over de vraag of LB is verschuldigd voor het privégebruik van de door X bv aan haar werknemers ter beschikking gestelde bedrijfsauto’s en over de (hoogte van de) ter zake daarvan op te leggen boetes. Ook is van belang dat X bv gedurende het proces is begeleid door een professionele adviseur. Het hoger beroep is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet op de loonbelasting 1964 10
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Loonbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 8 juni