Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat het onverschoonbaar te laat ingediende hogerberoepschrift niet ontvankelijk is. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).

X tekent beroep aan tegen een aan haar opgelegde ambtshalve aanslag IB/PVV 2006. De uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland van 29 december 2016 wordt X de volgende dag toegezonden op het juiste adres. Pas nadat de ontvanger in 2018 ter zake van de aanslag een dwangbevel heeft uitgevaardigd en beslag legt, verzoekt X de rechtbank in juni 2021 om een afschrift van de uitspraak die X zegt niet te hebben ontvangen. Bijna een maand daarna tekent X alsnog hoger beroep aan.

Hof Arnhem-Leeuwarden (V-N 2023/6.1.5) oordeelt dat de rechtsgeldige bekendmaking van de uitspraak door de rechtbank op 30 december 2016 voldoende aannemelijk is. Het gebruikte adres is juist. Het rechtbankdossier duidt op een juiste verzending. X wacht maar liefst zes jaar met het opvragen van de uitspraak en noemt bij het opvragen ervan de datum van verzending die slechts in de uitspraak werd genoemd. Het hogerberoepschrift is dan niet-ontvankelijk. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 6:8

Algemene wet bestuursrecht 6:7

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hoge Raad

Editie: 29 maart

8

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen