Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de termijn voor het indienen van hoger beroep is verlengd vanwege Tweede Pinksterdag, waardoor het hoger beroep van X tijdig is ingediend.

X maakt bezwaar tegen de WOZ-waarde van zijn onroerende zaak voor het jaar 2022. De heffingsambtenaar van de gemeente Midden-Groningen wijst het bezwaar af. X stelt beroep in bij de Rechtbank Noord-Nederland, die het beroep ongegrond verklaart. X stelt vervolgens hoger beroep in bij het Hof Arnhem-Leeuwarden. Het hogerberoepschrift wordt op 21 mei 2024 digitaal ingediend. Het hof verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk wegens overschrijding van de termijn. X tekent verzet aan tegen deze uitspraak, stellende dat het hogerberoepschrift op de laatste dag van de termijn is ingediend. In verzet is in geschil of het hogerberoepschrift van X tijdig is ingediend.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de termijn voor het indienen van hoger beroep is verlengd vanwege Tweede Pinksterdag, waardoor het hoger beroep van X tijdig is ingediend. De termijn voor het indienen van een hogerberoepschrift bedraagt zes weken en begint op de dag na de verzending van de uitspraak door de rechtbank. Omdat de termijn eindigt op Tweede Pinksterdag, wordt deze verlengd tot de eerstvolgende werkdag, zijnde 21 mei 2024. Het hogerberoepschrift van X is op 21 mei 2024 digitaal ontvangen en is derhalve tijdig ingediend. Het verzet van X is gegrond, waardoor de uitspraak van het hof van 17 december 2024 vervalt en het onderzoek wordt voortgezet. X' verzet is gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene termijnenwet 3

Algemene termijnenwet 1

Algemene wet bestuursrecht 6:9

Algemene wet bestuursrecht 6:8

Algemene wet bestuursrecht 6:24

Algemene wet bestuursrecht 6:7

Algemene wet bestuursrecht 8:54

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Editie: 23 april

Informatiesoort: VN Vandaag

27

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen