Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat op de inspecteur ten aanzien van de BPM-vermindering geen bewijslast rust en dat daarom aan een waardebepaling in goede justitie niet kan worden toegekomen. Doordat twijfel bestaat over het door X BV gestelde werkt dit ten nadele van haar.
X BV doet BPM-aangifte voor een Renault Captur 0.9 TCe Intens, een ex-rental met schade en betaalt € 586 BPM. Volgens de taxateur van X zijn de herstelkosten € 7380. Bij hertaxatie constateert Domeinen hagelschade en er ontbreekt een Nederlandstalig instructieboek, waardoor de totale schade € 500 is. De inspecteur legt een naheffingsaanslag op van € 1732. Rechtbank Noord-Nederland stelt de schade vast op € 3000, omdat uit foto's van X van een beschadigde mistlamp en lakschade is af te leiden dat de schade hoger is dan € 500. De aanslag wordt verlaagd tot € 1349. De inspecteur gaat in hoger beroep.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat op de inspecteur ten aanzien van de BPM-vermindering geen bewijslast rust en dat daarom aan een waardebepaling in goede justitie niet kan worden toegekomen (vgl. Hof Arnhem-Leeuwarden 1 maart 2022, ECLI:NL:GHARL:2022:1671, V-N 2022/22.21.20). Doordat twijfel bestaat over het door X BV gestelde werkt dit ten nadele van haar. X BV maakt met foto's aannemelijk dat sprake is van lakschade en dat de meer dan normale gebruiksschade € 1500 bedraagt. Voor de beschadigde mistlamp zijn in de schadecalculatie van haar taxateur geen herstelkosten opgevoerd, zodat die schade buiten beschouwing blijft. De aanslag wordt vastgesteld op € 1576. Het hoger beroep van de inspecteur is gegrond. X BV krijgt wegens het overschrijden van de redelijke termijn een immateriële schadevergoeding van € 500.
Wetsartikelen:
Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 6
Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 10
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen
Editie: 15 augustus
Informatiesoort: VN Vandaag