Hof Den Haag oordeelt in hoger beroep dat de inspecteur € 5 wettelijke rente moet vergoeden over de immateriële schadevergoeding in plaats van de reeds betaalde € 3. Partijen hebben hierover namelijk op de zitting een compromis gesloten.
X bv voldoet op eigen aangifte € 2748 aan BPM en gaat vervolgens in bezwaar. Volgens de inspecteur is het bezwaar wegens termijnoverschrijding niet-ontvankelijk, maar hij geeft wel een teruggaaf van € 76. Rechtbank Den Haag bevestigt de niet-ontvankelijkheid, ondanks dat in de uitspraak op bezwaar een rechtsmiddelenverwijzing ontbrak. X bv is namelijk een actieve en zeer ervaren speler op BPM-gebied. De hoorplicht is in de bezwaarfase weliswaar geschonden, maar X bv is hierdoor niet benadeeld (vgl. HR 16 april 2010, nr. 09/04036, V-N 2010/19.6). Terugwijzing is dus niet aan de orde. X bv krijgt wel een immateriële schadevergoeding van € 1500 wegens het overschrijden van de redelijke termijn in de bezwaarfase. In hoger beroep is onder meer in geschil of X bv recht heeft op een hogere rentevergoeding over de immateriële schadevergoeding.
Hof Den Haag oordeelt dat de inspecteur € 5 wettelijke rente moet vergoeden in plaats van de reeds betaalde € 3. Partijen hebben hierover namelijk op de zitting een compromis gesloten. De rechtbank heeft de proceskostenvergoeding voorts ten onrechte gematigd wegens samenhang, aangezien niet duidelijk is op welke zaken dit zou zien. Voor het overige is het beroep van X bv ongegrond. Bij gebreke van bijzondere omstandigheden is er geen grond voor het toekennen van een integrale proceskostenvergoeding in plaats van de forfaitaire € 1002 (beroep en hoger beroep). Daarnaast moet de inspecteur het griffierecht van € 508 vergoeden.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:75
Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 6
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Belastingheffing van motorrijtuigen
Instantie: Hof Den Haag
Editie: 28 december