Hof Den Haag oordeelt dat voor de proceskosten in eerste aanleg de vergoeding wordt verhoogd tot € 1518 op basis van het normale forfait van € 759. Het beroep is slechts in zoverre gegrond. Voor de proceskostenvergoeding in hoger beroep wordt de wegingsfactor licht (0,5) toegepast. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).

X bv doet BPM-aangifte voor tien auto's. In geschil is of de aldus voldane BPM te hoog is. Volgens Rechtbank Den Haag heeft X bv voor drie auto's recht op een teruggaaf. Voor één auto wordt alsnog het tarief van 2019 worden toegepast en voor twee auto's gelden extra leeftijdskortingen. X bv krijgt één proceskostenvergoeding voor het beroep op basis van het lage forfait (€ 534) en wegingsfactor 1 omdat de beroepen in slechts drie van de tien zaken gegrond zijn. X bv gaat in hoger beroep.

Hof Den Haag (V-N Vandaag 2023/490) oordeelt dat voor de proceskosten in eerste aanleg de vergoeding wordt verhoogd tot € 1518 op basis van het normale forfait van € 759. Het beroep is slechts in zoverre gegrond. Voor de proceskostenvergoeding in hoger beroep wordt de wegingsfactor licht (0,5) toegepast, omdat voor het overige uitsluitend standpunten zijn ingebracht die manifest kansloos zijn. De stellingen missen namelijk feitelijke onderbouwing of zijn strijdig met eerder door de Hoge Raad gegeven oordelen. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:75

Instantie: Hoge Raad

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Editie: 20 september

Informatiesoort: VN Vandaag

117

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen