De Hoge Raad oordeelt dat X bv recht heeft op een ISV. De Hoge Raad stelt vervolgens vast dat sprake is van een overschrijding van de termijn met meer dan zes maanden, maar dat er redenen zijn voor matiging van de vergoeding. Ook bestaat recht op een proceskostenvergoeding.

Het Tweede Kamerlid Van der Lee (GroenLinks) heeft het initiatiefwetsvoorstel tot wijziging van de Wet belastingen op milieugrondslag in verband met het beperken van de emissies van broeikasgassen door kolengestookte elektriciteitscentrales (31362) ingetrokken.

De Hoge Raad oordeelt dat X bv recht heeft op een ISV. De Hoge Raad stelt vervolgens vast dat sprake is van een overschrijding van de termijn met meer dan zes maanden, maar dat er redenen zijn voor matiging van de vergoeding.

De Hoge Raad oordeelt dat de uitbraak van het coronavirus in 2020 niet in algemene zin mag worden aangemerkt als een bijzondere omstandigheid die een verlenging rechtvaardigt van de redelijke termijn.

Hof Den Haag oordeelt dat de inspecteur de ontvangen arbeidsongeschiktheidsuitkeringen terecht heeft belast. Nadat de Hoge Raad een verzoek om herziening van zijn arrest niet-ontvankelijk heeft verklaard, en verzoeken om wraking in buiten behandeling heeft gesteld, dient X wederom verzoeken om herziening in. Deze worden afgewezen en niet-ontvankelijk verklaard.

De Hoge Raad stelt prejudiciële vragen aan het HvJ EU. De Hoge Raad vraagt zich af of de moeilijke bewijspositie van X ten aanzien van de bestuurdersaansprakelijkheid van BTW-schulden in strijd is met het EU-evenredigheidsbeginsel.

Belastingplichtigen die een aandeel van 50% in een aflossingsvrije lening overnemen van ex-partners hebben volgens de kennisgroep onroerende zaken geen eigenwoningschuld.

Vanaf begin 2025 kunnen fiscaal dienstverleners via hun eigen aangiftesoftware bezwaar indienen voor hun cliënten tegen aanslagen inkomstenbelasting, omzetbelasting en vennootschapsbelasting. Dat schrijft de Belastingdienst.

A-G Ettema is van mening dat voor de hoogte van de exportteruggaaf bepalend is de BPM die verschuldigd is geworden op het moment dat het belastbare feit is voltooid, zijnde de verschuldigde BPM op de datum van de tenaamstelling. De Hoge Raad zou ook “om” kunnen gaan door te oordelen dat X BV geen procesbelang heeft.