Staatssecretaris Idsinga van Financiën gaat in op vragen van de leden Maatoug, Stultiens (GroenLinks-PvdA), Grinwis (ChristenUnie), Teunissen (PvdD), Dijk (SP), Van Baarle (DENK), Vijlbrief (D66) en Dassen (Volt) over de kosten van het afschaffen van de belasting op de inkoop van eigen aandelen. Het verschil tussen geschatte budgettaire opbrengsten benadrukt volgens de staatssecretaris dat ramingen over belastinginkomsten inherent onzeker zijn.

Bij amendement van de Tweede Kamer op het Belastingplan 2024 is de afschaffing van de inkoopfaciliteit van aandelen per 1 januari 2025 aangenomen. De opbrengst is toen op € 800 miljoen geraamd. In het hoofdlijnenakkoord is afgesproken de inkoopfaciliteit te behouden, met het oog op het vestigingsklimaat. Uit een onderzoek van Stichting Onderzoek Multinationale Ondernemingen (SOMO) blijkt dat de budgettaire opbrengst van de afschaffing van de inkoopfaciliteit op € 2 miljard uitkomt. Dat deze schatting hoger is dan de eerdere raming die voor het amendement is gemaakt, is te verklaren doordat SOMO gebruik heeft gemaakt van detailgegevens van inkoopprogramma’s, aandeelhouders en de balans van beursfondsen. De raming van het amendement is voornamelijk gebaseerd op openbare bronnen en gemiddeldes uit aangiften dividendbelasting. Dit is de beste schatting die gemaakt kon worden op basis van de op dat moment aanwezige data. Ramingen over belastinginkomsten zijn inherent onzeker, aldus de staatssecretaris. Dit wordt benadrukt door de raming van Stichting Economisch Onderzoek (SEO), die juist een lagere schatting heeft gemaakt. Omdat de inkoopfaciliteit wordt behouden is er geen aanleiding om een nieuwe raming te maken.

[Nieuwsbron] [Nieuwsbron] [Nieuwsbron]

Rubriek: Dividendbelasting

Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën

Editie: 4 oktober

Informatiesoort: VN Vandaag

235

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen