Het HvJ EU oordeelt dat het ontstaan van het recht op aftrek slechts in bepaalde bijzondere gevallen waarin btw-richtlijn 2006/112 uitdrukkelijk voorziet, afhankelijk is van de voorwaarde dat de tegenprestatie die verschuldigd is voor de handeling waarmee de aftrekbare btw verband houdt, reeds is betaald.

De btw-teruggaaf in Hongarije is onder andere afhankelijk gesteld van de betaling van de factuur aan de leverancier. Indien de leverancier niet volledig is betaald, en er bestaat recht op teruggaaf, dan wordt het "overschot"? geheel of gedeeltelijk naar het volgende tijdvak overgebracht. Volgens de Europese Commissie (EC) heeft Hongarije hiermee niet aan de op haar rustende verplichtingen voldaan. De EC is daarop een precontentieuze procedure gestart. Het Hof van Justitie EU (HvJ EU) oordeelt dat het ontstaan van het recht op aftrek slechts in bepaalde bijzondere gevallen waarin btw-richtlijn 2006/112 uitdrukkelijk voorziet, afhankelijk is van de voorwaarde dat de tegenprestatie die verschuldigd is voor de handeling waarmee de aftrekbare btw verband houdt, reeds is betaald. Volgens het HvJ EU bestaat het recht op aftrek – afgezien van deze bijzondere gevallen – los van deze voorwaarde. Vervolgens overweegt het HvJ EU dat het feit dat teruggave van een overschot aan aftrekbare btw, als stadium volgend op het ontstaan van dit recht, van deze voorwaarde afhankelijk wordt gesteld, op het recht op aftrek dezelfde gevolgen kan hebben als toepassing van diezelfde voorwaarde bij het ontstaan van dit recht en dat dit er toe kan leiden dat het recht op aftrek wordt uitgehold. Het HvJ EU geeft vervolgens aan dat betaling van de tegenprestatie die verschuldigd is voor de handeling waarmee de aftrekbare btw verband houdt, geen regeling in de zin van art. 183 btw-richtlijn 2006/112 kan vormen die de lidstaten kunnen vaststellen voor teruggave van het overschot aan aftrekbare btw. Volgens het HvJ EU heeft Hongarije de grenzen van de aan de lidstaten toegekende beoordelingsvrijheid overschreden door de btw-teruggaaf uit te sluiten voor zover de tegenprestatie met inbegrip van de btw die verschuldigd is voor de handeling waarmee de aftrekbare btw verband houdt, nog niet is betaald.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Europees belastingrecht, Omzetbelasting

Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie (Derde Kamer), Hof van Justitie van de Europese Unie

Editie: 8 november

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen