Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt in hoger beroep dat de hoorplicht geen betrekking heeft op de nevenvorderingen zoals vorderingen tot vergoeding van de bezwaarkosten en de immateriële schade.
X doet BPM-aangifte voor een Audi Q7 3.0 TDI Quattro. De later opgelegde naheffingsaanslag is na bezwaar vernietigd en X krijgt de bezwaarkosten van € 246 vergoed. Volgens Rechtbank Gelderland heeft X geen recht op andere of hogere (schade)vergoedingen. In hoger beroep stelt X dat de inspecteur de hoorplicht heeft geschonden.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de hoorplicht geen betrekking heeft op de nevenvorderingen zoals vorderingen tot vergoeding van de bezwaarkosten en de immateriële schade. Ook het EU-recht noopte niet specifiek tot het horen van X (zie HR 25 oktober 2019, 18/04694, V-N 2019/51.24). De rechtbank heeft terecht in dezelfde formatie geoordeeld over hoofdgeschil en de schadevergoedingen. Het beroep van X is ook voor het overige ongegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 7:3
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 17 februari