A, de moeder van belanghebbende, X, houdt de aandelen in Z bv. Z bv houdt de aandelen in W bv en 30% van de aandelen in Y bv. Tevens bezit Z bv drie beleggingsparticipaties. Ook bezit Z bv een productielijn. Deze productielijn verhuurt ze aan G bv. A overlijdt in 2009. In geschil is of de BOR van toepassing is op de verkrijging van de aandelen Z bv.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de BOR niet van toepassing is op de verkrijging van de aandelen Z bv. Volgens de rechtbank drijft Z bv namelijk geen materiële onderneming. De rechtbank overweegt hierbij dat het houden van de aandelen in Z bv en W bv, en het houden van de drie beleggingsparticipaties, niet kwalificeert als materiële onderneming. Ook is daar volgens de rechtbank geen sprake van bij het verhuren, en financieren, van de productielijn. Deze werkzaamheden gaan volgens de rechtbank normaal vermogensbeheer niet te boven. Er bestaat geen recht op de BOR.
Wetsartikelen:
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Schenk- en erfbelasting
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 7 juni