Belanghebbende, X, is eigenaar van een onroerende zaak bestaande uit een hotel/pension met restaurant in de gemeente Valkenburg aan de Geul. Voor de bovenwoning is een recht van gebruik en bewoning gevestigd ten gunste van de vader van X. Afgezien van enkele verhuurde weekenden per jaar is het de vader die gebruik maakt van de bovenwoning. In geschil is de WOZ-beschikking 2013 voor deze bovenwoning.

Hof 's-Hertogenbosch vernietigt de WOZ-beschikking en ook de aanslag OZB omdat deze ten onrechte aan X zijn opgelegd. Vanwege het recht van gebruik en bewoning is niet X maar de vader degene die het genot heeft van de bovenwoning. Het feit dat enkele malen per jaar de bovenwoning wordt afgestaan aan hotelgasten, doet aan het voorgaande niet af. Het hof komt niet toe aan de vragen of a) het hotel één, juridisch niet splitsbaar, geheel vormt en b) of de bovenwoning en het hotel naar de omstandigheden beoordeeld bij elkaar horen. Het hof vernietigt de uitspraak van de rechtbank, de uitspraken van de heffingsambtenaar en de WOZ-beschikking en aanslag OZB.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Gemeentewet 220-b

Wet waardering onroerende zaken 24-3