De BPM is in opzet een eenmalige belasting ter zake van de registratie van het voertuig in het kentekenregister. Ieder voertuig komt slechts eenmaal in aanraking met de BPM. De knelpunten doen zich voor bij ongeveer 3% van de totale jaarlijkse handel, namelijk bij de handel in import occasions, waarbij een individueel taxatierapport wordt gebruikt om de afschrijving te bepalen. In 2019 is voor ongeveer 95.000 voertuigen aangifte gedaan met een taxatierapport.
In het nieuwe stelsel wordt in beginsel in alle gevallen waarbij een aangifte met een koerslijst of een taxatie plaatsvindt de BPM-aangifte door de RDW getoetst aan de hand van het fysieke voertuig. Indien deze controle daartoe aanleiding geeft, kan de Belastingdienst besluiten een hertaxatie door Domeinen Roerende Zaken (DRZ) te laten verrichten. Hiermee worden misstanden bij de taxatie van gebruikte voertuigen snel gedetecteerd, zonder dat de huidige opzet van de BPM wordt verlaten. De importeur moet de kosten voor deze hertaxatie dragen en loopt daarnaast het risico op een naheffingsaanslag.
Op basis van een gezamenlijke procesbeschrijving wordt door zowel de RDW, DRZ als de Belastingdienst een uitvoeringstoets op het voorgenomen beleid gemaakt. Dit is naar verwachting in het tweede kwartaal van 2020 gereed. In geval van positieve uitvoeringstoetsen wordt een wetsvoorstel voorbereid.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen
Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën
Editie: 31 maart