Rechtbank Gelderland oordeelt dat bij het bepalen van de WOZ-waarde van het casino de door de huurder aangebrachte bouwkundige voorzieningen mede in aanmerking moeten worden genomen.

Belanghebbende, X bv, is eigenaar van een pand dat zij verhuurt aan een derde die er een casino exploiteert. De huurder heeft het pand inpandig verbouwd voor ruim € 2,2 miljoen. In geschil is of deze huurdersinvesteringen invloed hebben op de WOZ-waarde van het pand.

Rechtbank Gelderland oordeelt dat bij het bepalen van de WOZ-waarde van het casino de door de huurder aangebrachte bouwkundige voorzieningen mede in aanmerking moeten worden genomen. Deze voorzieningen zijn immers door natrekking eigendom geworden van eigenaar X bv. Dat de huurder contractueel verplicht is de onroerende zaak bij beëindiging van het huurcontract weer casco op te leveren doet aan het voorgaande niet af. De rechtbank oordeelt dat de gemeente de vastgestelde WOZ-waarde aannemelijk heeft gemaakt, maar verklaart het beroep toch gegrond omdat ten onrechte één van de twee entrees aan het casino is toegerekend, terwijl aannemelijk is dat deze in gebruik is bij meerdere rechthebbenden. Niet in geschil is dat de wijziging van de objectafbakening geen invloed heeft op de waardevaststelling

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Rechtbank Gelderland

Editie: 18 februari

12

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen