Rechtbank Gelderland oordeelt dat de huurdersinvesteringen de eigen jaarhuur ongeschikt maken bij de WOZ-waardering van het horecapand van X bv.

Belanghebbende, X bv, is eigenaar van een rijksmonumentale onroerende zaak die in gebruik is als horecagelegenheid. In geschil is de WOZ-waarde 2016. De WOZ-waarde wordt bepaald door kapitalisatie van de jaarhuur. Partijen verschillen alleen van mening over de hoogte van de huur.

Rechtbank Gelderland oordeelt dat de huurdersinvesteringen de eigen jaarhuur ongeschikt maken bij de WOZ-waardering van het horecapand van X bv. Dit heeft te maken met de hoogte van de huurdersinvesteringen alsmede de onduidelijkheid over de toerekening van de huurdersinvesteringen aan de onroerende dan wel roerende zaken en de in aanmerking te nemen afschrijvingstermijn voor de huurdersinvesteringen. De gemeente heeft met vijf referentieobjecten de hoogte van de door haar gehanteerde huurwaarde aannemelijk gemaakt. Het beroep van X bv is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Waardering onroerende zaken

Instantie: Rechtbank Gelderland

Editie: 28 juni

15

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen