Hof Amsterdam oordeelt in goede justitie dat een zakelijke huur van de paaldansclub € 150.000 zou zijn geweest zodat de goodwillcomponent € 500.000 (€ 650.000 minus € 150.000) is. De contante waarde van de nog te ontvangen goodwillbetalingen is € 3.389.076.

Belanghebbende, X bv, vormt een fiscale eenheid voor de Vpb met F bv als dochtermaatschappij. F bv exploiteert een paaldansclub annex bar. Aandeelhouders van X bv zijn de heren B en C, ieder voor 50%. Het pand waarin de onderneming van F bv wordt geëxploiteerd, is eigendom van de heren B en C. Het pand wordt door hen aan F bv verhuurd voor € 72.822. F bv verkoopt haar onderneming aan G bv voor € 500.000. G bv zal het pand van F bv gaan huren voor € 650.000 per jaar. De inspecteur stelt dat de huur veel te hoog is en een goodwillvergoeding bevat. De contante waarde daarvan is in 2007 belast. In geschil is de VPB-aanslag over dat jaar. Volgens Rechtbank Noord-Holland is de overdrachtsprijs van € 500.000 veel te laag, gegeven de in 2004, 2005 en 2006 gerealiseerde nettowinsten van ruim € 1 miljoen. Het is dus aannemelijk dat in de huur een vergoeding zit voor goodwill. De contante waarde daarvan wordt in 2007 als stakingswinst belast. In goede justitie wordt de zakelijke huur gesteld op € 500.000. De goodwill is dus € 150.000. De contante waarde daarvan gedurende tien jaar is € 1.091.722. Beide partijen gaan in hoger beroep.

Hof Amsterdam oordeelt in goede justitie dat een zakelijke huur € 150.000 zou zijn geweest zodat de goodwillcomponent € 500.000 (€ 650.000 minus € 150.000) is. Hierbij is meegewogen dat het continueren van de seksbestemming van het pand door het aangescherpte integriteitsbeleid van de gemeente minder zeker was. F bv kon de onderneming daardoor niet langer zelf exploiteren en moest gedwongen op zoek naar een huurder. Voorts is rekening gehouden met het feit dat in de hogere huur dan in de huurrelatie met F bv de onzekere kredietwaardigheid/betrouwbaarheid van G bv is verdisconteerd. De contante waarde per 31 december 2007 van de op dat moment nog te ontvangen goodwillbetalingen is € 3.389.076. Het beroep van de inspecteur is gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.25

Wet op de vennootschapsbelasting 1969 8

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting, Vennootschapsbelasting

Instantie: Hof Amsterdam

Editie: 8 augustus

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen