Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat X als huurster de fysieke toegang tot de opslagunit had en dat zij daarom kan worden aangemerkt als degene die de onveraccijnsde sigaretten voorhanden heeft gehad.

X huurt volgens de inspecteur een opslagunit waarin onveraccijnsde sigaretten zijn aangetroffen. Haar echtgenoot is in dat kader als verdachte aangemerkt. In geschil is of terecht een naheffingsaanslag accijns van € 126.611 aan X is opgelegd. Volgens Rechtbank Zeeland-West-Brabant maakt de inspecteur niet aannemelijk dat het huurcontract op naam staat van X. Uit geen van de overige aangevoerde omstandigheden blijkt dat zij enige bemoeienis heeft gehad met het voorhanden hebben van de sigaretten. In hoger beroep overlegt de inspecteur alsnog het betreffende huurcontract dat op naam staat van X.

Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat X als huurster de fysieke toegang tot de opslagunit had en dat zij daarom kan worden aangemerkt als degene die de onveraccijnsde sigaretten voorhanden heeft gehad. Daarnaast was zij ook betrokken bij het voorhanden hebben, omdat vaststaat dat haar echtgenoot in de opslagunit is geweest en het dus aannemelijk is dat zij (één van) de sleutels en de unieke toegangscode van de slagboom met hem heeft gedeeld. Het beroep van de inspecteur is gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de accijns 51

Wet op de accijns 2

Wet op de accijns 1

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Rubriek: Accijns en verbruiksbelastingen

Editie: 9 december

Informatiesoort: VN Vandaag

108

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen