ZES Zollner Electronic SRL levert in Roemenië vervaardigde goederen aan het Franse Wilo Salmson France SAS. In 2012 koopt Wilo productieapparatuur van ZES. Deze apparatuur wordt ter beschikking gesteld aan ZES voor het gebruik bij de productie van goederen die later aan Wilo worden geleverd. Wilo verzoekt om teruggaaf van de Roemeense BTW die drukt op de apparatuur. De Roemeense Belastingdienst weigert echter om de BTW terug te geven omdat het wettelijk verplichte bewijs van betaling van de overgelegde facturen ontbreekt. ZES crediteert daarop de oorspronkelijk (in 2012) uitgereikte facturen en reikt in 2015 nieuwe facturen uit voor de verkoop van de productieapparatuur. Wilo verzoekt vervolgens weer om teruggaaf van de BTW. Ook ditmaal weigert de Roemeense fiscus om de BTW terug te betalen. Ditmaal omdat reeds eerder een verzoek om teruggaaf was ingediend en omdat de handelingen waarvoor om teruggaaf werd verzocht, betrekking hadden op 2012 en niet op 2015. De Roemeense rechter stelt prejudiciële vragen in deze zaak.
Het Hof van Justitie EU oordeelt dat het Franse Wilo de Roemeense BTW niet in aftrek kan brengen wanneer zij niet over een factuur beschikt betreffende de aankoop van de betrokken goederen. De Roemeense Belastingdienst kan een document alleen dan niet als factuur accepteren als het document dusdanige gebreken vertoont dat het de fiscus niet de gegevens verstrekt die een verzoek om teruggaaf kunnen staven. Verder verzet het EU-recht zich er tegen dat de BTW-teruggaaf over 2015 wordt afgewezen alleen maar omdat deze BTW in een eerder teruggaaftijdvak verschuldigd is geworden, terwijl zij pas in 2015 is gefactureerd.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Europees belastingrecht, Omzetbelasting
Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie
Editie: 25 oktober