X en zijn ex-echtgenote Y gaan uit elkaar. De twee kinderen wonen bij Y en verblijven om de week van donderdagmiddag tot dinsdagochtend bij X. De inspecteur weigert aan X de inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK) toe te kennen omdat de kinderen niet doorgaans ten minste drie gehele dagen per week in elk van beide huishoudens verblijven. X brengt daartegen in dat de kinderen feitelijk zes of meer dagen per 14 dagen tot zijn huishouden behoren. Rechtbank Noord-Nederland stelt hem in het gelijk. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de IACK ook geldt als de zorg voor de kinderen gelijkelijk tussen ouders wordt verdeeld.
Hof Arnhem-Leeuwarden bevestigt de uitspraak van de rechtbank. Als één van de ouders niet aan de inschrijvingseis voldoet, voldoet die ouder toch aan de eisen voor de IACK als een kind in het kalenderjaar gedurende ten minste zes maanden tot het huishouden van diens beide ouders behoort. X toont aan dat dit het geval is. Daarmee voldoet hij aan het zesmaands-criterium en kan toepassing van het doorgaanscriterium achterwege blijven.
Wetsartikelen:
Uitvoeringsregeling inkomstenbelasting 2001 44b
Wet inkomstenbelasting 2001 8.14a
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 24 december