X handelt in tweedehandsauto’s en doet aan schadeherstel. In april 2016 wordt hij gearresteerd in het Verenigd Koninkrijk na een mislukte poging om met een helikopter 43 kilo cocaïne en 66 kilo heroïne vanuit België binnen te smokkelen. Bij een latere huiszoeking in Nederland is nog eens 3 kilo cocaïne aangetroffen. In geschil is zijn IB-aanslag over 2016, waarbij als resultaat uit overige werkzaamheden € 2.994.000 is belast. Volgens de inspecteur is dat de inkoopwaarde van de drugs. Verder is een vergrijpboete opgelegd van € 1.551.538 en een verzuimboete van € 369. Rechtbank Zeeland-West-Brabant vernietigt de boeten, maar handhaaft het resultaat uit overige werkzaamheden. X gaat in hoger beroep.
Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat X niet de vereiste aangifte heeft gedaan, zodat de bewijslast wordt omgekeerd en verzwaard. De inspecteur gaat er terecht vanuit dat X de eigenaar van de drugs was, ondanks dat hij slechts voor het vervoer ervan is veroordeeld. Niet in geschil is dat X in 2016 tweemaal drugs heeft gesmokkeld en dat de eerste vlucht succesvol was. De benodigde € 2.994.000 waarmee X de drugs heeft aangekocht, kan hij dus met de eerste vlucht hebben verdiend. Het beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Rubriek: Inkomstenbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Editie: 25 februari
Informatiesoort: VN Vandaag