Het besluit voor de inkomstenbelasting over de kapitaalverzekering eigen woning (KEW), de spaarrekening eigen woning (SEW), het beleggingsrecht eigen woning (BEW) en vóór 2001 bestaande kapitaalverzekeringen in box 3 is voor de tweede keer gewijzigd. De wijziging betreft twee goedkeuringen voor de toepassing van de uitkeringsvrijstelling KEW en een aanpassing van de voorwaarden voor de SEW/BEW.
De eerste goedkeuring ziet op de situatie dat de KEW tot uitkering komt na aflossing van de eigen woningschuld met de verkoopopbrengst van de eigen woning. In dat geval wordt onder voorwaarden goedgekeurd dat de uitkering wordt geacht voorafgaand aan de verkoop van de eigen woning plaats te vinden en zoveel als mogelijk te zijn gebruikt voor de aflossing van de eigenwoningschuld. Het gevolg van de goedkeuring is dat het vervreemdingssaldo eigen woning en de eigenwoningreserve achteraf herrekend moeten worden.
De tweede goedkeuring ziet op de situatie dat de aanbieder van de KEW als voorwaarde stelt dat de eigenwoningschuld moet zijn afgelost voordat de KEW tot uitkering komt. In die situatie wordt onder voorwaarden goedgekeurd dat de uitkering wordt geacht plaats te vinden voorafgaand aan de aflossing van de eigenwoningschuld met de eigen middelen en zoveel als mogelijk te zijn gebruikt voor de aflossing van de eigenwoningschuld.
Ten aanzien van de SEW/BEW en de voorwaarde van het bestaan van een eigenwoningschuld wordt goedgekeurd dat hier tijdens de looptijd niet aan hoeft te zijn voldaan.
Het besluit treedt in werking met ingang van 25 maart 2023.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën
Editie: 27 maart
Focus: Focus
Carrousel: Carrousel