Rechtbank Gelderland oordeelt dat de vereiste aangiften niet zijn gedaan en dat de bewijslast moet worden omgekeerd en verzwaard. De rechtbank wijst daarbij op de gebreken in de aangiften. Zo is een kastekort over de jaren 2012-2017 geconstateerd van € 210.000.

Naar aanleiding van een boekenonderzoek bij ondernemer X legt de inspecteur diverse IB-(navorderings)aanslagen en een BTW-naheffingsaanslag op aan X. X bestrijdt de hoogte van de aanslagen. Ook is hij het niet eens met de opgelegde boetes.

Rechtbank Gelderland oordeelt dat de vereiste aangiften niet zijn gedaan en dat de bewijslast moet worden omgekeerd en verzwaard. De rechtbank wijst daarbij op de gebreken in de aangiften. Zo is een kastekort over de jaren 2012-2017 geconstateerd van € 210.000. Verder is ook de box 3-grondslag steeds tot een (substantieel) te laag bedrag aangegeven. Met de door X overgelegde (handgeschreven) documenten houdt de rechtbank geen rekening. De rechtbank stelt daarbij vast dat X geen bewijs aandraagt om de echtheid van de documenten te onderbouwen. De rechtbank volgt X dan ook niet in zijn stelling dat geen sprake is van een kastekort omdat sprake is van leningen. Verder heeft de inspecteur volgens de rechtbank de aanslagen ook niet tot te hoge bedragen opgelegd. X voert in dat kader ook onvoldoende aan. Een en ander geldt ook voor de BTW-naheffingsaanslag. De boetes zijn volgens de rechtbank wel correct, maar worden nog verlaagd in verband met undue delay.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e

Instantie: Rechtbank Gelderland

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht, Inkomstenbelasting

Editie: 10 juli

Informatiesoort: VN Vandaag

381

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen