Hof Den Haag oordeelt dat de activiteiten van X geen bron van inkomen vormen. Voor de ICT-activiteiten geldt dat X onvoldoende duidelijk maakt waaraan hij in 2016, objectief bezien, de verwachting ontleent dat met deze activiteiten positieve opbrengsten kunnen worden behaald. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).

X drijft een eenmanszaak, waarvan de activiteiten bestaan uit de verkoop van computers, het geven van ICT-adviezen en het oplossen van computerproblemen. Daarnaast is X bezig met het schrijven van een boek over de juridische afwikkeling van de erfenis van zijn vader. De activiteiten leveren sinds 2006 verlies op. In een procedure over het jaar 2014 oordeelt Hof Den Haag 18 april 2018, 17/00769, V-N 2018/38.1.2 dat de ICT-activiteiten en het schrijven van het boek als afzonderlijke activiteiten moeten worden gezien. Beide activiteiten zijn volgens het hof niet aan te merken als een bron van inkomen. Onder toepassing van art. 81 lid 1 Wet RO is in het arrest HR 16 november 2018, 18/02362, V-N 2018/62.24.2 het beroep in cassatie van X ongegrond verklaard. Voor het jaar 2016 stelt X wederom dat zijn activiteiten een bron van inkomen vormen.

Hof Den Haag (V-N 2021/27.1.1) oordeelt, onder verwijzing naar de procedure over het jaar 2014, dat de activiteiten van X geen bron van inkomen vormen. Voor de ICT-activiteiten geldt dat X onvoldoende duidelijk maakt, waaraan hij in 2016, objectief bezien, de verwachting ontleent dat met deze activiteiten, in weerwil van een reeks negatieve resultaten, positieve opbrengsten kunnen worden behaald. Dat X in het kader van een beroepsaansprakelijkheidsprocedure verwacht over een som geld te gaan beschikken, waarmee hij in zijn activiteiten kan investeren, is niet van belang. Niet duidelijk wordt namelijk hoe deze activiteiten dan wel winstgevend zouden worden. Met betrekking tot het schrijven van het boek maakt X niet aannemelijk dat hij deelneemt aan het economische verkeer. Het gelijk is aan de inspecteur. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 2.3

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Hoge Raad

Editie: 28 maart

10

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen