De Hoge Raad oordeelt dat de Belastingdienst moet kunnen vaststellen wie de afnemer van de oude metalen is. Dit waarborgt namelijk een doeltreffende controle op naleving van de fiscale verplichtingen en een juiste BTW-inning.

X bv koopt, verwerkt en verkoopt metaalafval binnen haar fiscale eenheid. De inspecteur legt een BTW-naheffingsaanslag op over het tweede kwartaal van 2010. X bv levert namelijk grote hoeveelheden non ferro metalen aan een Duitse ondernemer, waarvan de identiteit niet bij haar bekend is. Het BTW-identificatienummer is destijds wel geverifieerd, maar dat bleek onjuist. De afnemer betaalt contant en haalt de goederen af, waarbij geen vervoersdocumenten zijn opgemaakt. In geschil is of de BTW-heffing volgens de 'lompenregeling' naar deze onbekende afnemer is verlegd. Volgens Hof ’s-Hertogenbosch hoeft de identiteit van de afnemer niet bekend te zijn. Het moet slechts vaststaan dat is geleverd aan een ondernemer. Gelet op de grote hoeveelheden die zijn afgenomen, staat dit wel vast. De Staatssecretaris van Financiën gaat in cassatie.

De Hoge Raad oordeelt dat de Belastingdienst moet kunnen vaststellen wie de afnemer is. Dit waarborgt namelijk een doeltreffende controle op de naleving van de fiscale verplichtingen en een juiste BTW-inning. Als de verleggingsregeling is toegepast en de inspecteur aannemelijk maakt dat de afnemer die op de factuur is vermeld, in werkelijkheid niet de afnemer kan zijn geweest, dan moet de leverancier feiten stellen en zonodig aannemelijk maken op grond waarvan kan worden vastgesteld wie in werkelijkheid de afnemer is. Het beroep van de Staatssecretaris is gegrond. De Hoge Raad doet de zaak zelf af. X bv heeft in de procedure bij het hof niet het oordeel van de rechtbank bestreden dat de identiteit van haar afnemer onbekend is. Die identiteit kan dus niet door de Belastingdienst worden vastgesteld. De Hoge Raad bevestigt daarom de uitspraak van de Rechtbank. De naheffing is terecht. Wegens het overschrijden van de redelijke termijn krijgt X bv een immateriële schadevergoeding van € 1000.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Uitvoeringsbesluit omzetbelasting 1968 24bb

Wet op de omzetbelasting 1968 12

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Omzetbelasting

Instantie: Hoge Raad

Editie: 15 mei

Carrousel: Carrousel

93

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen