Het HvJ EU oordeelt dat X, die door zijn ziekte feitelijk in Duitsland woont, wordt geacht in Duitsland te ‘verblijven' wanneer het gewone centrum van zijn belangen zich in Ierland bevindt. Het is volgens het HvJ EU aan de Ierse rechter om het gewone centrum van de belangen van X te bepalen.

Belanghebbende, X, woont in Ierland en vertrekt in augustus 2002 voor zijn vakantie naar Duitsland. Tijdens zijn vakantie krijgt hij een bilateraal hersenstaminfarct, een zeldzame aandoening. Vanwege de ernst van de aandoening staat X onder toezicht van een Duits ziekenhuis en kan hij niet terug naar Ierland. De Health Service Executive (HSE) heeft tot 2011 de kosten via een E-112 formulier op zich genomen. Op 25 november 2011 weigert de HSE om het formulier nog een keer te verlengen, omdat X inmiddels in Duitsland zou wonen. X verzoekt de Ierse rechter daarop de HSE te gelasten het E 112-formulier verder te verlengen. De Ierse rechter heeft een prejudiciële vraag in deze zaak gesteld.

Het Hof van Justitie EU (HvJ EU) oordeelt dat X, die door zijn ziekte feitelijk in Duitsland woont, wordt geacht in Duitsland te ‘verblijven' wanneer het gewone centrum van zijn belangen zich in Ierland bevindt. Het is volgens het HvJ EU aan de Ierse rechter om het gewone centrum van de belangen van X te bepalen. De Ierse rechter moet hierbij alle relevante feiten meenemen en rekening houden met de wil van X zoals deze blijkt uit die feiten. Dat X gedurende een lange periode in Duitsland is gebleven, is echter niet voldoende om te oordelen dat hij in Duitsland woont.

[Bron Uitspraak]

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Europees belastingrecht, Sociale zekerheid algemeen

Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie

Editie: 4 juli

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen