Rechtbank Rotterdam oordeelt dat X recht heeft op een schadevergoeding van € 2.500 omdat zij de zaak na terugwijzing door het hof in 2017 tot 2020 heeft laten liggen.

Aan X is een naheffingsaanslag parkeerbelasting opgelegd. Na bezwaar wordt de naheffingsaanslag (ambtshalve) vernietigd. In beroep en hoger beroep is de hoogte van de proceskostenvergoeding in geschil. Hof Den Haag oordeelt in hoger beroep dat de rechtbank het beginsel van hoor en wederhoor heeft geschonden door reeds uitspraak te doen vóór de termijn van twee weken was verstreken waarbinnen X kon reageren op een brief van de rechtbank. Het hof wijst de behandeling van de zaak terug naar de rechtbank. X stelt tegen de hofuitspraak beroep in cassatie in. De Hoge Raad oordeelt dat het schrijven van een schriftelijke zienswijze na incidenteel hoger beroep wordt beloond met één procespunt. Het hof heeft voor deze handeling ten onrechte slechts een half punt in aanmerking genomen. De Hoge Raad verhoogt de aan belanghebbende toekomende proceskostenvergoeding in hoger beroep tot € 1485.

Rechtbank Rotterdam oordeelt dat X recht heeft op een schadevergoeding van € 2.500 omdat zij de zaak na terugwijzing door het hof in 2017 tot 2020 heeft laten liggen. Het beroep is gegrond omdat de heffingsambtenaar heeft erkend dat hij ten onrechte niet heeft beslist op het verzoek om een bezwaarkostenvergoeding. X krijgt deze vergoeding alsnog op basis van een wegingsfactor van 0,5.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 6

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Rechtbank Rotterdam

Editie: 11 maart

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen