Hof Arnhem-Leeuwarden verhoogt de ISV wegens overschrijding van de redelijke termijn in eerste aanleg van € 150 tot € 1500.

X BV is het niet eens met de WOZ-waarde van het pand dat zij huurt voor de exploitatie van haar restaurant. Rechtbank Midden-Nederland wijst het beroep inhoudelijk af, maar oordeelt dat X BV wel recht heeft op een ISV, omdat de tweejaarstermijn is overschreden. Het forfaitaire bedrag van € 500 per half overschrijding is volgens de rechtbank grofmazig. Deze moet worden gematigd naar € 50 per half jaar. In hoger beroep is de WOZ-waarde en de hoogte van de ISV in geschil. Ook verzoekt X BV om een ISV voor de beroepsfase.

Hof Arnhem-Leeuwarden verhoogt de ISV wegens overschrijding van de redelijke termijn in eerste aanleg van € 150 tot € 1500. Uit jurisprudentie van de Hoge Raad volgt dat bij de toekenning van ISV een bedrag van € 500 per half jaar overschrijding tot uitgangspunt moet worden genomen (HR 27 september 2024, ECLI:NL:HR:2024:1299, V-N 2024/42.14). Het hof kent voor de beroepsfase een proceskostenvergoeding toe en draagt de heffingsambtenaar ook op om het griffierecht te vergoeden op grond van overgangsrecht. Voor het hoger beroep bestaat geen recht op een ISV. De WOZ-waarde van het restaurant is met de huurwaardekapitalisatiemethode en de vergelijkingsmethode aannemelijk gemaakt. Het hoger beroep is gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:75

Algemene wet bestuursrecht 8:74

Wet waardering onroerende zaken 17

Protocol bij het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 6

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Editie: 30 oktober

Informatiesoort: VN Vandaag

381

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen