Hof 's-Hertogenbosch oordeelt in hoger beroep dat X door de ontvangst van de brief over het afzien van naheffing geen financieel belang meer had bij de procedure over de informatiebeschikking en dat daarom een vergoeding wegens veronderstelde spanning en frustratie niet aan de orde is.

X doet BPM-aangifte voor een Ford S-MAX 2.0 Titanium met schade. Ruim een half jaar later geeft de inspecteur een informatiebeschikking af, waarbij de verkoopfactuur en reparatienota’s zijn opgevraagd. In juni 2017 ziet de inspecteur op basis van gewijzigd intern beleid af van het opleggen van een naheffingsaanslag en de aangifte wordt alsnog gevolgd. Volgens Rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft X recht op een immateriële schadevergoeding van € 2000 en een proceskostenvergoeding van € 1278. X gaat in hoger beroep. De inspecteur gaat incidenteel in hoger beroep.

Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat X door de ontvangst van de brief in juni 2017 geen financieel belang meer had bij de procedure over de informatiebeschikking en dat daarom een vergoeding wegens veronderstelde spanning en frustratie niet aan de orde is. Bij het ontbreken van zodanige spanning en frustratie had de rechtbank moeten volstaan met de constatering dat de redelijke termijn is overschreden. Hierbij wordt opgemerkt dat het financiële belang niet bestaat uit het verschuldigd worden van het griffierecht, waarvoor X overigens wel een terecht een vergoeding voor heeft gekregen. Het beroep van X is ongegrond. Het beroep van de inspecteur is gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 6

Algemene wet inzake rijksbelastingen 52a

Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 10

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Editie: 18 juli

13

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen