Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat in 2006 – via verrekening – € 165.000 aan pensioenpremies is ingehouden. X kan deze premies dan in aftrek op zijn inkomen brengen. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

Belanghebbende, X, houdt de aandelen in A bv. In 1992 hebben X en de bv een arbeidsovereenkomst gesloten. In een addendum bij de arbeidsovereenkomst van 1 oktober 2006 is opgenomen dat het salaris van X over 2005 wordt verhoogd naar € 165.000. De inspecteur corrigeert de door X ingediende IB-aangifte vervolgens met € 165.000. X is het hier niet mee eens. Volgens hem moet er nog rekening worden gehouden met een bedrag van € 165.000 als bijdrage aan de inkoop van een pensioentekort bij de bv. Rechtbank Breda oordeelt dat X in 2005 geen loon heeft genoten of enig bedrag aan pensioenbijdrage bij wege van inhouding op het loon heeft betaald. De rechtbank overweegt daarbij dat pas in 2006 is overeengekomen om het salaris over 2005 te verhogen tot € 165.000, onder gelijktijdige inhouding van datzelfde bedrag als bijdrage in de pensioenkosten van de bv. De rechtbank stelt vervolgens vast dat fictief loon in aanmerking moet worden genomen. De rechtbank stelt het fictieve loon vervolgens vast op € 115.000 (30% van € 165.000) en vermindert de aanslag.

Hof 's-Hertogenbosch (MK IV, 18 januari 2013, 11/00661, 11/00662 en 11/00663, V-N 2013/18.2.3) is het – ten aanzien van het jaar 2005 – eens met de rechtbank dat er geen uitbetaling van loon en geen inhouding van pensioenpremies hebben plaatsgevonden. De boekingen zijn namelijk pas op 1 april 2006 – met 30 december 2005 als boekingsdatum – doorgevoerd. Ook heeft de rechtbank het gebruikelijk loon terecht op 70% van € 165.000 vastgesteld. Ten aanzien van het jaar 2006 wijst het hof op de boekingen van 1 april 2006. Hieruit blijkt dat – via verrekening - € 165.000 aan pensioenpremies is ingehouden. Deze premies kunnen dan in 2006 in aftrek worden gebracht. Voor het jaar 2007 stelt het hof vast dat niet is gebleken dat een bedrag van € 45.000 door de bv ten laste van X is ingehouden. De aanslag over 2007 is volgens het hof dan ook correct vastgesteld. Het hof vermindert de aanslag over het jaar 2006. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.81

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Hoge Raad

Editie: 25 februari

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen