X stort in 1984 twee lijfrentekoopsommen. In 2008 neemt X het opgebouwde lijfrentekapitaal op. De afkoopsom bedraagt € 31.000. Het bedrag van de afkoopsom zet X vast op een termijndepositorekening. In zijn aangifte IB/PVV 2008 geeft X de afkoopsom niet op. De inspecteur rekent de afkoopsom als negatieve uitgaven voor inkomensvoorzieningen tot het inkomen uit werk en woning. In hoger beroep is in geschil of dit terecht is.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de inspecteur de afkoopsom in 2008 terecht als negatieve uitgaven voor inkomensvoorzieningen tot het belastbare inkomen uit werk en woning rekent. X verzoekt om toepassing van de hardheidsclausule. Volgens X dreigde de verzekeraar in 2008 failliet te gaan. X stelt dat hij, nu voor verzekeraars het depositogarantiestelsel niet geldt, daarom de verzekering in 2008 afkocht. Het hof verklaart zich onbevoegd dit verzoek in behandeling te nemen. Voorts verzoekt X om toepassing van de saldomethode. Het hof wijst dit verzoek af. X stelt dat hij de koopsommen in 1984 niet fiscaal heeft afgetrokken. X maakt deze stelling echter niet aannemelijk.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.133
Algemene wet inzake rijksbelastingen 63
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting, Belastingrecht algemeen
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 2 december