De heer X is vanaf 27 april 2012 houder van een kampeerauto. Op 25 september 2012 verzoekt X om toepassing van het kwarttarief. In geschil is of de inspecteur dit tarief terecht toepast met ingang van 11 september 2012. Volgens X komt hij er met terugwerkende kracht tot de datum van tenaamstelling (27 april 2012) voor in aanmerking. Ondanks zijn verzoek wordt X in de bezwaarfase niet gehoord.
Rechtbank Den Haag oordeelt dat X is benadeeld doordat hij niet is gehoord in de bezwaarfase terwijl hij daar wel om had verzocht. Het beroep van X is dus gegrond. Vervolgens wordt beoordeeld of de rechtsgevolgen van de vernietigde uitspraak op bezwaar in stand kunnen blijven. De rechtbank stelt vast dat volgens art. 5aa lid 8 Uitv. besluit MRB 1994 (tekst 2012) het verzoek terugwerkt tot op het tijdstip waarop het verzoek is ingediend. Verder is in het Kaderbesluit MRB goedgekeurd dat het verzoek terugwerkt tot het begin van het tijdvak waarin het verzoek is binnengekomen. Daarnaast beroept X zich op het nieuwe art. 5aa lid 7 Uitv. besluit MRB zoals dat vanaf 1 januari 2013 luidt, echter tevergeefs. Deze nieuwe bepaling is namelijk pas op 1 januari 2013 in werking getreden. Hoewel er geen overgangsrecht is, heeft de besluitgever beoogd de regeling pas vanaf 1 januari 2013 te versoepelen. De rechtsgevolgen van de vernietigde uitspraak op bezwaar kunnen dus in stand blijven.
Wetsartikelen:
Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 23a
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Belastingheffing van motorrijtuigen, Belastingrecht algemeen
Instantie: Rechtbank Den Haag
Editie: 14 november