X geniet in 2016 diverse uitkeringen van het Uwv en de gemeente. De uitkering van de gemeente van € 13.927 betreft voor een groot deel een nabetaalde bijstandsuitkering over de periode 16 september 2014-30 mei 2015. Volgens X kan in 2016 geen rekening worden gehouden met de nabetaling die ziet op de jaren 2014 en 2015.
Hof Amsterdam oordeelt dat X niet aannemelijk maakt dat de nabetaling over de jaren 2014 en 2015 vóór 2016 is verrekend, ter beschikking is gesteld, rentedragend is geworden of vorderbaar en inbaar is geworden. X heeft de nabetaling dan ook in 2016 genoten en de inspecteur heeft er dan ook terecht pas in 2016 rekening mee gehouden. Ook verwerpt het hof de klacht van X dat hij niet is gehoord. Volgens het hof heeft X niet kenbaar gemaakt dat hij gehoord wilde worden, zodat de inspecteur hem ook niet voor een hoorgesprek hoefde uit te nodigen. Omdat de inspecteur niet verplicht is om X te horen, kon hij na het uitblijven van een reactie van X een herinnering achterwege laten. Het gelijk is aan de inspecteur.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.146
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Hof Amsterdam
Editie: 1 september