Belanghebbende, X, woont samen met Y. Zij hebben in de aangifte IB/PVV 2010 gekozen voor fiscaal partnerschap. X en Y wonen in een woning waarvan de WOZ-waarde 2010 door de gemeente is vastgesteld op € 715.000. De gemeente heeft de WOZ-waarde gerenseigneerd op naam van Y. In zijn aangifte IB/PVV 2010 geeft X de woning op voor € 575.000. In geschil is of de inspecteur dit bij de aanslagregeling terecht heeft gecorrigeerd.
Hof Den Haag oordeelt dat de inspecteur bij het opleggen van de aanslag IB/PVV 2010 terecht de onherroepelijk vastgestelde WOZ-waarde van € 715.000 heeft gehanteerd. In de onderhavige IB-procedure kan geen rekening meer worden gehouden met de grieven van X tegen de hoogte van de WOZ-waarde. Deze grieven had X naar voren kunnen brengen in de WOZ-procedure, maar die heeft X onbenut gelaten. Verder oordeelt het hof dat de inspecteur terecht de door X in de aangifte gemaakte fouten met betrekking tot de sociale verzekeringen heeft hersteld. X heeft in de aangifte twee vakjes onjuist aangekruist. Gevolg was dat de voorlopige aanslag tot een onjuist bedrag is vastgesteld. De inspecteur mag dit herstellen bij de definitieve aanslag.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.112