Eiser, X, verschilt met de Belastingdienst van mening over de hoogte van de aanslagen IB/PVV over de jaren 2005 en 2006. X heeft beroep ingesteld bij Rechtbank Leeuwarden. De Belastingdienst brengt in de procedure zowel omzetgegevens in van een gesloten coffeeshop als ongeanonimiseerde gegevens uit de WTP-bezoeken bij coffeeshops in de provincie Drenthe. De Belastingdienst wenst deze gegevens met een beroep op art. 8:29 Awb geheim te houden voor X.
De geheimhoudingskamer van Rechtbank Leeuwarden beslist dat de Belastingdienst terecht weigert de naam van de coffeeshop openbaar te maken waarvan het omzetgegevens in het geding brengt. Hetzelfde geldt voor de ongeanonimiseerde gegevens uit de WTP-bezoeken bij coffeeshops in de provincie Drenthe. Het door de Belastingdienst te beschermen belang van de privacy van derden weegt in dit geval aanzienlijk zwaarder dan het belang van X bij onbeperkte kennisneming van de genoemde gegevens. De rechtbank neemt hierbij in overweging dat het gaat om bedrijfsgegevens uit de administratie van individuele belastingplichtigen, die vertrouwelijk aan de Belastingdienst zijn verstrekt. Deze gegevens kunnen concurrentiegevoelige informatie bevatten. Verder laat de rechtbank meewegen dat, indien de namen van de individuele belastingplichtigen aan X bekend zouden worden gemaakt, X deze belastingplichtigen zou kunnen benaderen om nader onderzoek te doen naar de aard van hun bedrijfsvoering. Dit zou tot een ernstige inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van derden kunnen leiden. De rechtbank heeft onder ogen gezien dat X door de beperkte kennisneming mogelijk in een nadelige (bewijs)positie zou kunnen komen te verkeren. De rechtbank heeft hierbij echter in ogenschouw genomen dat de meervoudige kamer van de rechtbank bij haar beslissing in de hoofdzaak hiermee rekening kan houden.