X komt in bezwaar en beroep tegen de WOZ-waarde 2020 van zijn woning.
Rechtbank Gelderland oordeelt dat gemeenten enkel verplicht zijn om in de bezwaarfase voorafgaand aan de hoorzitting stukken ter inzage te leggen. Er geldt niet een verplichting voor de gemeente om de stukken toe te zenden aan (de gemachtigde van) de belanghebbende. Die verplichting volgt noch uit art. 7:4 Awb, noch uit art. 6:17 Awb en art. 40 Wet WOZ. Er geldt dus alleen een verplichting tot inzage. Tot de stukken waarin de gemeente in de bezwaarfase inzage moet geven behoren onder meer de grondstaffel en de KOUDV- en liggingsfactoren. Voor wat betreft de KOUDV- en liggingsfactoren heeft de gemeente hieraan niet voldaan. Verder heeft de gemeente de bezwaarkostenvergoeding gematigd. De rechtbank verklaart het beroep gegrond, hoewel de WOZ-waarde van de woning van X in stand blijft.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 40
Algemene wet bestuursrecht 7:4
Algemene wet bestuursrecht 6:17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Waardering onroerende zaken
Instantie: Rechtbank Gelderland
Editie: 12 mei