Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat de Nederlandse socialezekerheidswetgeving van toepassing is. X heeft in Nederland werkzaamheden in loondienst verricht en behoort daardoor tot de kring van verzekerden voor de Wlz en Anw.

X heeft de Duitse nationaliteit en woont in 2018 in Bulgarije. Hij is van juni 2018 tot en met december 2018 in loondienst bij een Nederlandse werkgever. Naast dat salaris ontvangt X een AOW-uitkering en een buitenlands pensioen. In zijn aangifte IB/PVV 2018 geeft X aan in Nederland niet verplicht verzekerd te zijn voor de premies volksverzekering. De inspecteur wijkt af van X' aangifte IB/PVV 2018 en legt daarnaast een aanslag Zvw 2018 van nihil op. X gaat in bezwaar en (hoger) beroep. Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur terecht de premies Wlz en Anw heft over de periode dat X in Nederland werkte. In hoger beroep is onder meer in geschil of de inspecteur terecht premies voor de Wlz en de Anw in rekening heeft gebracht.

Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat de Nederlandse socialezekerheidswetgeving van toepassing is. X heeft in Nederland werkzaamheden in loondienst verricht en behoort daardoor tot de kring van verzekerden voor de Wlz en Anw. De inspecteur heeft X terecht als premieplichtig aangemerkt. De klachten van X over de wijze waarop de zitting voor de rechtbank heeft plaatsgevonden falen eveneens. Niet is gebleken dat de goede procesorde is geschonden. X' hoger beroep is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Rubriek: Premieheffing

Editie: 2 april

Informatiesoort: VN Vandaag

166

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen