Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat aan X ten onrechte door de rechtbank geen bezwaarkostenvergoeding is toegekend.
Aan belanghebbende, X, is voor het jaar 2020 een aanslag onroerendezaakbelasting opgelegd naar een waarde van de woning van € 272.000. X gaat in bezwaar tegen de aanslag en verzoekt daarbij om een bezwaarkostenvergoeding. Hij voert aan dat een deel van het pand is gestript, leeg staat en nog niet kan worden bewoond. Daarmee is in het taxatierapport van de gemeente geen rekening gehouden. Er is ook geen inpandige opname geweest. In beroep krijgt X gelijk, maar wordt geen (bezwaar)kostenvergoeding toegekend.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat het hoger beroep gegrond is. Er is immers door de rechtbank ten onrechte geen (bezwaar)kostenvergoeding toegekend. Het Hof kent daarom alsnog deze proceskostenvergoeding toe voor de behandeling in bezwaar, beroep en hoger beroep. Een en ander op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht, waarbij met het daarin gemaakte onderscheid tussen BPM/WOZ- en overige procedures geen rekening wordt gehouden naar aanleiding van het arrest van de Hoge Raad van 27 mei 2022, nr. 21/02977, V-N 2022/24.13.
Wetsartikelen:
Besluit proceskosten bestuursrecht 1
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 14 februari