Hof Den Haag kent X een immateriële schadevergoeding toe van € 500 wegens overschrijding van de redelijke termijn met één dag in een WOZ-zaak. Partijen zijn het erover eens dat X recht heeft op deze vergoeding.

X is het niet eens met de WOZ-waarde van de door hem gehuurde flat in de gemeente Den Haag. Rechtbank Den Haag verklaart zijn beroep ongegrond. De rechtbank constateert een overschrijding van de redelijke termijn met één dag. Gelet op de zeer geringe omvang van de overschrijding volstaat de rechtbank met de constatering van het feit dat de redelijke termijn is overschreden. X gaat in hoger beroep omdat hij wel meent recht te hebben op een immateriële schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Hof Den Haag kent X een immateriële schadevergoeding toe van € 500 wegens overschrijding van de redelijke termijn met één dag in een WOZ-zaak. Partijen zijn het erover eens dat X recht heeft op deze vergoeding. De vergoeding komt geheel voor rekening van de heffingsambtenaar. De heffingsambtenaar dient ook een proceskostenvergoeding aan X te betalen van € 1.046,25 en het griffierecht van € 185 terug te betalen.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 6

Instantie: Hof Den Haag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Editie: 15 augustus

Informatiesoort: VN Vandaag

225

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen