Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat X tijdens haar stationering in Ierland (fiscaal) inwoner van Nederland is. Haar inkomen is terecht in de Nederlandse belastingheffing betrokken. Uit het ingestelde boekenonderzoek volgt dat X een duurzame band van persoonlijke aard heeft met Nederland.

X is als piloot werkzaam voor een Ierse vennootschap en is tot medio 2016 in Ierland gestationeerd. Vanaf medio 2016 is zij in Duitsland gestationeerd. In geschil zijn de woonplaats en het restant PGA, dat per eind 2014 € 101.126 bedraagt.

Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat X tijdens haar stationering in Ierland (fiscaal) inwoner van Nederland is en dat haar inkomen terecht in de Nederlandse belastingheffing is betrokken. Uit de feiten en omstandigheden die bij het boekenonderzoek zijn vastgesteld volgt dat X een duurzame band van persoonlijke aard heeft met Nederland. Vervolgens stelt het hof vast, mede naar aanleiding van de uitspraak van het hof van 7 september 2022 (21/00277, V-N 2022/54.1.2), dat voor de kostenvergoedingen sprake is van een gerichte vrijstelling van de werkkostenregeling. Omdat X geen inzicht geeft over hoe de kostenvergoedingen in 2015 en 2016 zijn samengesteld, volgt het hof de inspecteur in zijn stelling dat de gerichte vrijstelling voor € 4332 in aanmerking kan worden genomen. Een en ander leidt er uiteindelijk toe dat het restant PGA 2015 wordt verhoogd met € 4332 en dat de inkomens voor 2015 en 2016 worden verlaagd. Daarnaast herberekent het hof de aftrek ter voorkoming van dubbele belasting in verband met de stationering in Duitsland. Het restant PGA is ultimo 2016 nihil.

Lees ook het thema Buitenlandse belastingplicht in de loonbelasting.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de loonbelasting 1964 31a

Wet inkomstenbelasting 2001 3.81

Algemene wet inzake rijksbelastingen 4

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Editie: 18 juli

75

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen