Rechtbank Haarlem oordeelt dat X niet is aan te merken als een uit een ander land aangeworven werknemer. Volgens de rechtbank is hierbij van belang dat X ten tijde van de aanwerving reeds in Nederland woonde.

 

Belanghebbende, X, heeft de Duitse nationaliteit en heeft in 2003 in Duitsland een studie afgerond. In september 2007 start hij in Nederland een rechtenstudie, die hij afrondt, en aansluitend volgt X een traineeprogramma. In 2009 start X een bachelor studie rechten in Nederland. Per 1 december 2011 treedt X in dienstbetrekking bij A bv. Hij verzoekt de inspecteur om de 30%-regeling toe te passen. De inspecteur honoreert het verzoek niet.

Rechtbank Haarlem oordeelt dat X niet is aan te merken als een uit een ander land aangeworven werknemer. De rechtbank verwerpt hierbij de stelling van X dat de periode dat een aangeworven werknemer woonachtig is in Nederland tijdens zijn stage of studie in Nederland, niet in aanmerking moet worden genomen bij de beoordeling of er sprake is van een uit het buitenland aangeworven werknemer. Uit het arrest dat X aanhaalt blijkt volgens de rechtbank namelijk niet dat geen rekening wordt gehouden met de periode die X in Nederland heeft gewoond. Volgens de rechtbank ziet het arrest op het geval dat een werknemer werkzaam is in Nederland op het moment dat hij wordt aangeworven, maar zich nog niet metterwoon in Nederland heeft gevestigd. Aangezien X reeds in Nederland woonde toen hij werd aangeworven, is de 30%-regeling niet van toepassing.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965 10ea

Wet op de loonbelasting 1964 31a

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Loonbelasting

Instantie: Rechtbank Haarlem

Editie: 1 februari

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen