Advocaat-generaal Niessen concludeert dat de aftrekbeperking van art. 3.16 lid 4 Wet IB 2001 een ontoelaatbare ongelijke behandeling van gehuwde belastingplichtigen met zich meebrengt. De A-G merkt daarbij op dat deze beperking alleen maar geldt voor gehuwden en niet voor andere personen.

De Hoge Raad bevestigt het oordeel van het hof dat ten aanzien van het 21%-pakket geen sprake is van een deelneming. Het hof heeft zijn oordeel, dat het 21%-pakket niet een als een bedrijfsmiddel aan te merken deelneming vormt, voldoende gemotiveerd en het is niet onbegrijpelijk.

Frankrijk, Spanje, Duitsland, Brazilië en Zuid-Afrika hebben recent in een gezamenlijke verklaring hun steun uitgesproken voor het voorstel voor een minimale belastingdruk van 2% op het vermogen van miljardairs. Dat antwoordt minister Heinen van Financiën op vragen van de NSC-fractie uit het schriftelijk overleg inzake de Eurogroep en Ecofinraad.

Hof Den Haag oordeelt dat de inspecteur Rijnvarende X terecht in de PVV-heffing heeft betrokken. De door Liechtenstein afgegeven A1-verklaring is volgens het hof niet van belang omdat Liechtenstein de ingebrachte bezwaren tegen de Nederlandse A1-verklaring heeft ingetrokken.

De Rijkswet tot wijziging van de Belastingregeling Nederland en Curaçao (BRNC) in verband met de implementatie van de uitkomsten van het Base Erosion and Profit Shifting (BEPS)-project van de OESO is in het Staatsblad gepubliceerd. De wijzigingen treden in werking met ingang van 13 juli 2024.

Het UWV meldt dat er twee formulieren sinds deze maand ook online beschikbaar zijn. Verder is er een nieuw formulier gepubliceerd.

Nieuwe OESO-gegevens wijzen op een stabilisatie van de vennootschapsbelastingtarieven wereldwijd na een lange periode van dalende tarieven. Gemiddeld zijn de tarieven de afgelopen drie jaar stabiel gebleven op 21,1 procent. Dit volgt op een periode van twee decennia waarin de tarieven gemiddeld daalden van 28 procent in 2000 tot 21,1 procent in 2021.

De Eerste Kamer heeft op 9 juli 2024 ingestemd met het wetsvoorstel tot goedkeuring van het op 18 november 2015 tot stand gekomen belastingverdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden, ten behoeve van Curaçao, en Malta (V-N 2023/16.7).

Schoonmakers die via het inmiddels failliete onlineplatform Helpling huishoudelijk werk deden, moeten worden gezien als werknemers van het internetbedrijf. Dat adviseert de advocaat-generaal aan de Hoge Raad, die dit soort adviezen vaak overneemt.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de SVB terecht geen A1-verklaring aan X heeft afgegeven. X woonde ten tijde van de aanvraag namelijk in België, zodat het aan België is om de toepasselijke wetgeving vast te stellen, ook voor een situatie in het verleden.

Britse olie- en gasproducenten op de Noordzee zijn bezorgd over de plannen van de nieuwe Labour-regering om de belastingen te verhogen op hun winsten. Volgens de sector kunnen die hogere belastingen leiden tot een snel dalende productie.

De Hoge Raad oordeelt dat het OLAF voor het rechtmatig uitoefenen van zijn bevoegdheden niet afhankelijk is van het bestaan van een door de EU met Taiwan als derde land gesloten overeenkomst voor samenwerking en wederzijdse bijstand.