Belanghebbende, X, heeft beroep ingesteld tegen twee WOZ-beschikkingen 2009 van de gemeente Den Helder. Rechtbank Alkmaar verklaart het beroep gegrond en vernietigt de WOZ-beschikking in verband met een onjuiste objectafbakening. De gemeente legt naar aanleiding van de uitspraak van de rechtbank een nieuwe WOZ-beschikking op waartegen X opnieuw rechtsmiddelen instelt.

Hof Amsterdam oordeelt in navolging van de rechtbank dat in de procedure tegen het nieuw afgebakende object niet meer de kostenvergoeding van het bezwaar tegen de foutief afgebakende objecten aan de orde gesteld kan worden. De procedure over deze objecten is geëindigd omdat X destijds geen hoger beroep heeft ingesteld. Met haar bezwaren tegen de nieuwe WOZ-beschikking heeft X een nieuwe procedure gestart. De heffingsambtenaar heeft het bezwaar dat strekt tot kostenvergoeding voor de oorspronkelijke bezwaarprocedure terecht afgewezen. Tegen de (ambtshalve opgelegde) verminderingsbeschikkingen voor de foutief afgebakende objecten was geen bezwaar mogelijk.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 17

Algemene wet bestuursrecht 7:15-2