X is eigenaar van een aantal onroerende zaken in de gemeente Zeist. In geschil is de WOZ-waarde van deze onroerende zaken.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat in WOZ-zaken geen ruimte is voor toepassing van de zogeheten bestuurlijke lus. De rechtbank heeft in een tussenuitspraak de gemeente in de gelegenheid gesteld om de WOZ-waarden beter te onderbouwen. Naar het oordeel van het hof past een dergelijke herkansing voor het bestuursorgaan echter niet binnen de rechtsgang in WOZ-zaken volgens het arrest Oostflakkee (HR 14 oktober 2005, nr. 40.299, V-N 2005/54.23). Verder merkt het hof op dat de rechtbank in de tussenuitspraak voor één onroerende zaak in feite een einduitspraak heeft gedaan. X heeft tegen de beslissing van de rechtbank over dit object pas na ontvangst van de einduitspraak hoger beroep ingesteld. Hoewel dit te laat is, acht het hof gelet op de rechtsmiddelverwijzing (waarin staat dat tegen de tussenuitspraak geen hoger beroep ingesteld kan worden) de termijnoverschrijding verschoonbaar. Voor één object heeft X eerst te kennen gegeven te berusten in de waarde. Het is dan niet mogelijk om na afloop van de hoger beroepstermijn de waarde van dit object alsnog ter discussie te stellen. Het hof sluit zich verder aan bij het compromis dat partijen in hoger beroep hebben gesloten over de WOZ-waarden van de overige onroerende zaken.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 17

Algemene wet bestuursrecht 8:51a e.v.