Erflater is op 2 april 2003 aansprakelijk gesteld voor onbetaald gebleven naheffingsaanslagen van A bv. Op 19 februari 2015 stuurt de ontvanger belanghebbenden (als erfgenamen) een aanmaning voor de betaling van de aansprakelijkheidsschuld inclusief € 15 aanmaningskosten. In geschil is of de ontvanger terecht aanmaningskosten in rekening heeft gebracht. De onderliggende vraag is of de invordering van de belastingschuld is verjaard.
Rechtbank Gelderland acht zich in het kader van de beoordeling van de rechtmatigheid van de aanmaningskosten bevoegd om te oordelen over de vraag of de invordering van de belastingschuld waarvoor erflater aansprakelijk is gesteld, is verjaard. De belastingrechter is op grond van art. 7 van de Kostenwet invordering rijksbelastingen bevoegd als het gaat om de aanmaningskosten. In dat kader is het mogelijk aan te voeren dat er sprake is van verjaring. De rechtbank is bevoegd die stelling in haar beoordeling te betrekken, omdat deze grond niet de hoogte van de aanslag betreft en invordering van een verjaarde schuld in strijd met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur is. In dit geval is er volgens de uitleg van de rechtbank geen sprake van verjaring in verband met verleend uitstel van betaling.
Wetsartikelen:
Kostenwet invordering rijksbelastingen 7