Rechtbank Den Haag handhaaft de aan X gegeven informatiebeschikking betreffende een Belgische bankrekening. De gevraagde informatie is van belang voor de belastingheffing van X.

In juli 2015 ontvangt de inspecteur van de FIOD informatie over het bestaan van een Belgische bankrekening van X. Deze rekening is in mei 1993 geopend en er zijn aanzienlijke contante stortingen op gedaan. De inspecteur verstuurt X vervolgens een informatieverzoek betreffende buitenlandse bankrekeningen. X antwoordt in oktober 2015 dat zij twee bankrekeningen in Duitsland heeft en één rekening in Macedonië. De Belgische bankrekening wordt door X niet genoemd. In mei 2016 geeft de inspecteur X een informatiebeschikking. Daarin wordt X onder meer gevraagd welke buitenlandse bankrekeningen zij bezit of bezat vanaf 1 januari 2003. In geschil is of de informatiebeschikking terecht is opgelegd.

Volgens Rechtbank Den Haag stond de Belgische bankrekening, met daarop een aanzienlijk saldo, vanaf 1993 op naam X. De inspecteur heeft zich in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat de door hem gevraagde informatie over die rekening van belang zou kunnen zijn voor haar belastingheffing. De informatiebeschikking is, zoals vastgesteld in de bezwaarfase, terecht gegeven en is onherroepelijk geworden. De rechtbank geeft X zes weken de tijd om alsnog de verzochte informatie te verstrekken. Het beroep van X is ongegrond.

Lees ook de thema's Beroep: rechtsbescherming door de belastingrechter en Informatiebeschikking: stand van zaken. Kijk ook een video over de Informatiebeschikking op TaxVisions.nl.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e

Algemene wet inzake rijksbelastingen 52a

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Rechtbank Den Haag

Editie: 30 september

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen