Hof Amsterdam beslist dat de inspecteur de informatiebeschikking in het kader van een KB Luxzaak terecht heeft genomen.

De inspecteur is in het bezit van stukken op basis waarvan hij concludeert dat X houder is van een bankrekening bij de KB Lux, waarvan hij geen melding heeft gemaakt in zijn aangifte inkomstenbelasting. Op 5 oktober 2012 stelt de inspecteur vragen over de belastingjaren 2009 en 2010. De vragen blijven onbeantwoord, ook na een herinneringsbrief. De inspecteur neemt hierop de in geschil zijnde informatiebeschikking. X komt in beroep. Rechtbank Noord-Holland is van mening dat op basis van het microfiche van de buitenlandse bank en ambtsedige verklaringen van medewerkers van de Belastingdienst vaststaat dat X in het jaar 1994 gerechtigd was tot een bankrekening bij die bank met (minimaal) een saldo van ruim f 745.000. Volgens de rechtbank is het vermoeden gerechtvaardigd dat de door de inspecteur gevraagde gegevens en inlichtingen van belang zijn voor de bepaling van de hoogte van de op te leggen aanslagen ib/pvv over de jaren 2009 en 2010. X moet de gevraagde gegevens en inlichtingen verstrekken en kan niet volstaan met de ontkenning dat hij rekeninghouder is (geweest). Het beroep is ongegrond. X komt in hoger beroep. Hof Amsterdam komt op grond van dezelfde overwegingen tot hetzelfde oordeel als de rechtbank. Gelet op de gegevens van de microfiches en de ambtsedig opgemaakte processen-verbaal en de op grond daarvan gemaakte 'match' is het hof van mening dat de inspecteur zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat de gevraagde informatie van belang kan zijn voor de heffing van inkomstenbelasting voor de jaren 2009 en 2010. Het hoger beroep is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 52a

Algemene wet inzake rijksbelastingen 47

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Hof Amsterdam

Editie: 29 april

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen