Hof 's-Hertogenbosch beslist dat de aan X gegeven informatiebeschikking, net als in eerdere procedures, rechtmatig is. De termijn van twee weken die X had om de vragen van de inspecteur te beantwoorden is niet onredelijk kort. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).
Belanghebbende X geeft in zijn aangiften IB/PVV 2012 t/m 2014 in box 3 een aantal onroerende zaken als bezittingen aan. De inspecteur verzoekt X om hem met betrekking tot deze onroerende zaken kopieën van huurcontracten te overleggen. Nadat een reactie uitblijft geeft de inspecteur X een informatiebeschikking. Het geschil betreft de rechtmatigheid van deze informatiebeschikking.
Hof 's-Hertogenbosch (V-N Vandaag 2020/1134) verwijst naar eerdere uitspraken van het hof en de Hoge Raad waarbij X in het ongelijk is gesteld wat betreft de informatiebeschikkingen voor de jaren 2010 en 2011. Het betrof dezelfde onroerende zaken. De stelling van X dat de termijn van twee weken om de vragen van de inspecteur te beantwoorden onredelijk kort is treft geen doel. Deze termijn is weliswaar kort, maar niet onredelijk. Het hoger beroep van X is ongegrond. X moet binnen twee weken alsnog de gevraagde informatie verstrekken.
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).
Lees ook het thema Informatiebeschikking: stand van zaken
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 52a
Algemene wet inzake rijksbelastingen 47
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Hoge Raad
Editie: 23 december