Belanghebbende, X, is directeur grootaandeelhouder. De inspecteur stelt hem vragen over buitenlandse bankrekeningen waarop buitenlandse klanten van de bv van X inkoopkortingen gestort zouden hebben. Wanneer antwoorden uitblijven, legt de inspecteur de thans in geschil zijnde informatiebeschikking op. Rechtbank Gelderland oordeelt dat de inspecteur terecht een informatiebeschikking aan X heeft opgelegd. De inspecteur hoeft geen gebruiksrestrictie te geven wat betreft eventuele toekomstige boetes.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de inspecteur bij zijn informatiebeschikking geen restrictie hoeft te formuleren met betrekking tot het gebruik van wilsafhankelijke informatie voor sanctiedoeleinden. X moet al het materiaal verschaffen dat van belang kan zijn voor een juiste belastingheffing. Als daar wilsafhankelijk materiaal bij zit en de inspecteur zou dat materiaal hebben gebruikt voor fiscale beboeting, dan is het aan de belastingrechter om te bepalen welke consequenties dit heeft. De informatie die de inspecteur heeft opgevraagd, kan van belang zijn voor de belastingheffing van X, ook als de inspecteur niet langer binnen de aanslagtermijn van art. 11 lid 3 AWR een aanslag zou kunnen opleggen. Dit omdat ook de mogelijkheid van navordering bestaat. Het hof stelt X een termijn van zes weken om alsnog de vragen te beantwoorden.
Lees ook het thema Informatiebeschikking: stand van zaken.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 52a
Algemene wet inzake rijksbelastingen 47
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 29 maart